Make-up,
geef me je make-up.
Nou wil ik ook eens zien
hoe ik er later uit zal zien.
Mamma je make-up,
geef me je make-up.
Nou wil ik ook eens zien,
word ik net als jij misschien.

Al was het maar je koolpotlood,
ik weet dat met een koolpotlood
in het avondlicht
je ogen dan mooier en groter lijken.
Ik zal er heel gewoon bij kijken,
net of ik niet weet dat iedereen vindt,
wat wordt ze mooi dat kind.
Wat wordt ze mooi dat kind.
Kijk eens hoe ze kijkt met die ogen,
kijk eens hoe ze zomaar lacht naar mij.

Make-up,
geef me je make-up.
Nou wil ik ook eens zien
hoe ik er later uit zal zien.
Mamma je make-up,
(eye-shadow)
geef me je make-up,
(rouge, lippenstift, mascara)
Nou wil ik ook eens zien
(poeder, nagellak, wenkbrauwpotlood)
hoe ik er later uit zal zien.
(pincet, eau de toilette)
Ik wil ook wel je mascara
(mascara)
ik wil ook wel je lippengloss
(lippengloss)
Een beetje maar
(een beetje maar)
Lippenstift bewaar ik wel voor later,
dat loopt veel teveel in de gaten.
Ik wil gewoon dat iedereen vindt,
wat wordt ze mooi dat kind.
Wat wordt ze mooi dat kind.
Kijk eens hoe ze lacht met die tanden.
Kijk eens hoe ze zomaar praat met mij.

Make-up.
(eye-shadow)
geef me je make-up
(rouge, lippenstift, mascara)
Nou wil ik ook eens zien
(poeder, nagellak, wenkbrauwpotlood)
hoe ik er later uit zal zien.
(pincet, eau de toilette)
Mamma je make-up
(eye shadow)
geef me je make-up
(rouge, lippenstift, mascara)
Nou wil ik ook eens zien
(poeder, nagellak, wenkbrauwpotlood)
Hoe ik er later uit zal zien

Mamma je make-up
(eye shadow)
geef me je make-up
(rouge, lippenstift, mascara)
Nou wil ik ook eens zien
word ik net zo mooi als jij misschien.